De tentoonstelling in Pittsburgh beschrijft de liefde van één man voor zwarte stripkunst

De tentoonstelling in Pittsburgh beschrijft de liefde van één man voor zwarte stripkunst

Een tentoonstelling die dit weekend wordt afgesloten, vertelt een verhaal over zwarte Amerikanen in de strips – en ook over de levenslange fascinatie van een man uit Pittsburgh voor deze kunstvorm.

“Collections in Black: A Celebration of Black Comic Book Culture” werd georganiseerd voor het August Wilson African American Cultural Center door Phillip Thompson. Je kent hem misschien als DJ Big Phill, een van de populairste platenspelers van de stad. Maar hij is ook een toegewijd stripverzamelaar, gespecialiseerd in originele kunst, gepubliceerde strips en meer van en over zwarte personages en de zwarte geschiedenis, of het nu gaat om Marvel-superhelden of figuren uit het echte leven.

Hoogtepunten van de show zijn onder meer ‘The Brown Bomber’, een True Comics-biografie van vijf pagina’s uit 1941 van zwaargewichtbokskampioen Joe Louis. Thompson zegt dat het de eerste keer was dat een zwarte persoon ooit positief werd afgebeeld op de omslag van of in een stripboek. “Daarvoor waren we een stelletje wasberen, jigaboos, sidekicks, allerlei soorten raciale stereotypen”, zegt hij.

“Dat is een stuk dat ik nooit zal loslaten”, voegt hij eraan toe.

Er zijn natuurlijk ook eerbetoon aan Marvel’s Black Panther, de eerste zwarte superheld van de mainstreamstrips. In een vitrine in de ruime zalen van de AWAACC is de uitgave van Jungle Action uit 1976 te zien, waarin T’Challa de strijd aangaat met de Ku Klux Klan. Het was een van de boeken die Thompson zich herinnert uit zijn jeugd in Penn Hills, toen hij en zijn broers stiekem verboden blikken werpen op de stripcollectie van zijn vader in zijn huis aan de North Side.

“Ik was gewoon gefascineerd door die beelden”, zegt hij.

De helft van “Collections in Black” is afkomstig uit Thompsons persoonlijke schat. Maar het gaat veel verder dan personages uit zijn kindertijd en hedendaagse Hollywood-kaskrakers (waaronder ook Marvel’s The Falcon en Luke Cage).

Pittsburgh speelt ook een grote rol in de show.

Eén sectie bevat het werk van de in Pittsburgh geboren Jackie Ormes, die met het debuut uit 1937 van haar Pittsburgh Courier-strip ‘Torchy Brown’ de eerste wijdverbreid gepubliceerde zwarte vrouwelijke cartoonist van het land werd. Ze had een langerlopend succes in de jaren ’40 en ’50 met ‘Patty-Jo ‘n’ Ginger.’

Thompson eert ook Matt Baker, afgestudeerd aan de Westinghouse High School en een van de beste striptekenaars van het land vanaf de jaren veertig tot aan zijn vroegtijdige dood in 1958. Baker heeft bijgedragen aan titels als Fightin’ Marines, Teen-Age Romances en Jungle Comics, en tekende de pre-Wonder Woman vrouwelijke superheld Phantom Lady. Het werk van Baker – zijn vrouwen neigden naar het statige – droeg bij aan het verzet tegen strips in de jaren vijftig als een corrumperende invloed, getypeerd door boeken als ‘Seduction of the Innocent’.

“Hij tekende zo goed blanke vrouwen dat het een probleem werd”, grapt Thompson.

Thompson’s eigen liefde voor strips werd zowel geïnspireerd door de verboden terrein van zijn vader als door zijn stiefvader, die hem eind jaren ’70 de boeken gaf: “Het was een dubbele speelfilm van Thor, Spider-Man en Marvel met Captain America.” – dat werd zijn eerste kleine collectie.

De nu 53-jarige Thompson maakt deel uit van een netwerk van verzamelaars, van wie sommigen stukken leverden voor ‘Collections in Black’. Als hij geen DJ-optredens doet of multimediales geeft voor het naschoolse programma bij de non-profitorganisatie ACH Clear Pathways, reist hij regelmatig door het land voor congressen en andere evenementen.

De AWAACC dacht genoeg aan zijn werk, waardoor hij in 2024 een BUILD artist in residence werd. In de tentoonstelling is ook een korte documentaire te zien die hij maakte, eveneens getiteld ‘Collections in Black’.

Zeldzame strips kunnen tegenwoordig voor miljoenen worden verkocht. Hoewel Thompson doorgaans stukken voor drie of vier cijfers koopt, is hij zo prominent dat hij later deze maand zal helpen bij het samenstellen van een Collections in Black-galerij op de prestigieuze Original Art Expo in Orlando, Florida.

Hij omschrijft ‘Collections in Black’ echter als een liefdeswerk.

“Ik had mensen nodig die onze culturele geschiedenis in deze kunstvorm zouden begrijpen, en ik denk dat dit te lang over het hoofd is gezien”, zegt hij. “Mijn hele ding is, als ik het niet ben, wie dan?”

“Collections in Black” loopt door tot en met zondag 12 januari. De toegang is gratis.