mei 15, 2024

Soest Nu

Soest Nu is de toonaangevende aanbieder van kwalitatief Nederlands nieuws in het Engels voor een internationaal publiek.

Uitdagingen van universitaire spin-offs in Nederland: groeipotentieel en barrières

Uitdagingen van universitaire spin-offs in Nederland: groeipotentieel en barrières

3D Body Scanner is klaar om de wereld stormenderhand te veroveren. Vaccinatie zonder naalden. Sensoren voor het bewaken van vermoeiingsscheuren in gebouwen. Dit zijn slechts enkele verhalen die Innovation Origins heeft geschreven over veelbelovende universitaire spin-offs.

Nederland heeft een groot aantal topinstellingen op het gebied van onderzoek en onderwijs en doet het beter dan andere Europese landen zoals Duitsland. Vooral als het gaat om universitair onderzoek in diep technische onderwerpen als biotechnologie, AI en mechatronica, doen we het goed. Technische universiteiten worden gevolgd door spin-offs (30%), UMC’s (28%) en openbare universiteiten (25%).

Maar hoe succesvol wetenschappelijk onderzoek ook is, het is moeilijk om succes te boeken als het gaat om universitaire spin-outs. Nederland regressie Het VK loopt ver achter op landen als Duitsland, Zwitserland en Frankrijk. Spin-off bedrijven van Nederlandse universiteiten en universitaire medische centra zijn kleiner en minder invloedrijk. 80 procent Alle tot nu toe opgerichte 745 Nederlandse spin-outs zijn nog steeds actief. Maar na 10 jaar heeft slechts 48 procent meer dan 10 werknemers. Het potentieel is er, maar de groei is traag of ontbreekt.

Cultuur van universiteiten

“Ik heb drie universiteiten in Nederland gebeld, maar daar kwam niets van terecht. We werken nu samen met twee Amerikaanse universiteiten”, vertelt Stef van Kriegen. Hij zat onder meer in het productmanagement leadership team van Google Research en is mede- oprichter en directeur. Wieg. De startup richt zich op het optimaliseren van eiwitten met behulp van kunstmatige intelligentie en heeft tegen 2022 5,5 miljoen euro opgehaald. Het bedrijf is deels gevestigd op de biotech campus in Delft en deels in Zürich, Zwitserland.

Steph Van Grieken

Als het om ondernemers gaat, zouden Nederlandse universiteiten “langdurig hebzuchtig” moeten zijn. “Het eerste zoekalgoritme van Google is voortgekomen uit een promotieonderzoek aan Stanford University. U kunt claimen: Neem veel aandelen, want het zal veel waard zijn. Maar Stanford nam slechts vijf procent. Toen Google naar de beurs ging, was die 5 procent $ 250 miljoen waard.

Een van de knelpunten is de rol die universiteiten opeisen in hun spin-offs. Academische spin-offs zijn gebaseerd op oplossingen – of in technische termen: intellectueel eigendom (IP) – ontwikkeld aan de universiteit. Zodra academische instellingen ‘aandelen met stemrecht’ verwerven in een startup, kan dit de groei van het bedrijf belemmeren en toekomstige investeerders afschrikken. Er zijn geen landelijke statistieken over de inkomsten van Nederlandse universiteiten uit start-ups en patenten.

READ  Zweden, Nederland en Ierland ontvangen de beste jeugdprijzen

Van Greeken: “Stel je voor dat je een kwart van de aandelen in een universiteit hebt. Dan wil je tien procent opzij zetten om werknemers aan te trekken, vooral in deep technology. In Nederland sterven de meeste start-ups voordat ze de deur opendoen, omdat het stuk van de taart dat naar universiteiten gaat te groot is om de beste investeerders aan te trekken.

Gestandaardiseerde contractvoorwaarden

In ieder geval om het proces van wetenschappelijk onderzoek transparanter te maken, zijn Nederlandse universiteiten opgericht Gestandaardiseerde contractvoorwaarden Eerder dit jaar zette het allerlei deals op rond de spin-out.
Stel dat een onderzoeker al zijn tijd wil besteden aan het commercialiseren van een wetenschappelijk onderzoek in een academische omgeving. De overdracht van IP kan op drie manieren: 10 tot maximaal 25 procent (voorheen 49 procent), een licentieovereenkomst met royaltybetalingen of een hybride equity-royalty-overeenkomst in ruil voor toegang tot de IP. Meer informatie over de voorwaarden van het contract vindt u hier.

Een belang van 25 procent voor een universiteit vindt Van Greeken eigenlijk te hoog. “Als je tien tot vijftien procent hebt, is dat nog steeds hoog, maar niet oninvesteerbaar. Je loopt grote investeerders mis.

ReCarban: ontstaan ​​door nieuwe dealvoorwaarden

Mede-oprichter van Guus Dubbink ReCarbn is een spin-off van de Universiteit Twente. Het bedrijf ontwikkelt technologie voor installaties die CO2 uit de lucht filteren. ReCarbn was een van de eerste bedrijven die ‘outed’ werd door de nieuwe contractvoorwaarden. De universiteit heeft een belang van 15 procent en de start-up moet binnen enkele jaren bepaalde mijlpalen behalen. Als de start-up daar niet in slaagt, gaat alle kennis terug naar de universiteit.

Gus Nasynchronisatie

Dubbing denkt dat de deals eerlijk zijn. “De afgelopen tien jaar hebben we op de UT gewerkt aan de technologie waar we nu een bedrijf voor bouwen. Er is ook een pilot gebouwd op kosten van de universiteit. Dus ik denk dat het realistisch is dat de universiteit daar graag iets voor terugziet. Ik denk dat de bewering dat spin-offs die meer dan 10 procent van de aandelen aan de universiteit afstaan, niet winstgevend zijn, vind ik onzin. We hebben 85 procent voor investeerders, die bereid zijn te investeren – die feedback krijgen we ook van de markt Dat de universiteit bij ons bedrijf betrokken is, schept een zeker vertrouwen.

READ  "Dit jaar wordt er in Nederland 100% geplant, dus we starten zonder de zorgen van vorig seizoen"

Vergroot je kans op impact

Jaron Weishut was namens hem nauw betrokken bij het opstellen van de contractvoorwaarden Deglib. Hij is de oprichter van Science Impact: een nationale beweging gericht op toenemende impact Wetenschappelijke kennis. Meer impact creëren door nieuwe verdragsbepalingen is een van de negen speerpunten die zijn opgesteld om het toetsingsstelsel te verbeteren.

Jaron Weishut

Hij wil vooral voorkomen dat het debat polariseert. “Een paar jaar geleden haalden de kranten de krantenkoppen dat investeerders denken dat universiteiten geen zaken willen doen. Die investeerders realiseren zich bijvoorbeeld niet altijd dat de steun van universiteiten aan start-ups wordt beperkt door staatssteunregels. tegelijkertijd, na jaren van hard werken, in plaats van de brede toepassing van wetenschappelijk onderzoek mogelijk te maken, lijkt een dag die een professor verhindert een Porsche te kopen voor sommige academici nog belangrijker – en heeft dus een grotere gemeenschap. Dankzij die professor .

Weishut ziet start-ups als een belangrijke manier om met wetenschappelijke kennis impact te maken, maar stelt ook dat dit alleen werkt als alle stakeholders elkaar (willen) begrijpen.

“Je kunt bij het Bureau Kennistransfer (KTO: Afdeling Ondersteuning Wetenschappers Onderzoek Evaluatie, red.) van de universiteit zeggen dat ze om meerdere aandelen vragen, maar als die KTO het zelf moet redden, krijg je automatisch KTO’s. Startups voor veel eigen vermogen of hoge licentiekosten”, vervolgt Weishut. “Dus je komt uit bij een fundamentele vraag: waarom moeten sommige KTO’s zichzelf verdedigen? Met contractvoorwaarden willen we contracten transparanter maken, maar we willen deze diepere discussie op de agenda zetten.

Nederland, het land van de patronen

Nasynchronisatie en van Kriegen zijn het erover eens dat het draaiproces traag is. Van Greeken: “In Nederland moet je talloze formulieren invullen en voorspellingen doen. Ik weet niet hoe mijn markt eruit zal zien; Wij zijn een bedrijf in de zaaifase. Wie doet alsof hij vijf jaar in de toekomst kan kijken, is een leugenaar. In Zwitserland kunt u een startbeurs van vijftienduizend frank aanvragen door een A4-tje in te vullen. U krijgt binnen een week antwoord. Het is eenvoudig en geschikt voor startups. Ja, velen zullen niet slagen. Maar weinigen zullen, en dat is wat je wilt.

READ  Druk op Nederland om te blijven winnen op Olympic Oval

Nasynchronisatie ziet ook voordeel in een vereenvoudigde manier om geld binnen te halen. “Nu ben je in de eerste periode vooral bezig met het binnenhalen van investeringen en subsidies. Als je dan meteen een pot geld krijgt waar je in het eerste jaar een team mee kunt bouwen, is dat voor alle partijen erg voordelig. Dan is de weg naar een commercieel product en de daaropvolgende schaalvergroting sneller.

Dubbing zag er tegenop om als eerstejaars onderzoeker naar de UT te komen, zodat hij een maandsalaris zou krijgen. “Maar alle kennis die je ontwikkelt gaat volledig naar de universiteit, en dan moet je de inzet heroverwegen. Ook als je betaald wordt aan de universiteit kun je beter voor een tussenoplossing zorgen waarbij je werkzaamheden mag verrichten voor je bedrijf.

Weishut vindt het goed om de discussie aan te gaan en daarbij mensen aan het lijntje te houden. Maar hij vindt het ook te gemakkelijk om het geregistreerde succes van spin-outs over het hoofd te zien. “Het is nu duidelijk dat universiteiten verhinderd worden om de schaal van spin-outs op te voeren als er maar heel weinig aandelen beschikbaar zijn voor investeerders. Tegelijkertijd moet een professor of onderzoeker in het begin een bepaald commitment hebben. Ook Zwitserland en de USA kan zich goed registreren, maar daar gebeuren andere dingen, daar worden bijvoorbeeld hele hoge licentiekosten gerekend.Ja, in Nederland moet het beter, maar we moeten naar het totaalplaatje blijven kijken.