De Bank of Japan handhaaft haar monetaire beleid ongewijzigd

Hoewel deze stap werd verwacht, komt deze nadat de inflatie in Tokio in april lager was dan verwacht, met een kerninflatie van 1,6% vergeleken met de verwachtingen van Reuters van 2,2%.

De Bank of Japan zei ook dat zij obligatieaankopen zou blijven doen in lijn met het besluit van maart. De bank zei eerder in maart dat zij in het verleden obligaties ter waarde van ongeveer zes biljoen yen ($83,5 miljard) per maand had gekocht.

Er was geen commentaar van de Bank of Japan op de yen in haar monetairbeleidsverklaring, die gestaag is verzwakt sinds de Bank of Japan vorige maand haar negatieve rentebeleid beëindigde en haar beleid ter beheersing van de rentecurve schrapte.

De munt overschreed vrijdag na het besluit het niveau van 156 ten opzichte van de Amerikaanse dollar en noteerde onlangs op 156,7.

Tijdens een persconferentie later op vrijdag zei Kazuo Ueda, gouverneur van de Bank of Japan, dat hoewel het monetaire beleid van de bank niet direct op de valutakoersen is gericht, wisselkoersschommelingen een “aanzienlijke impact” zouden kunnen hebben op de Japanse economie en prijzen. .

Ueda voegde eraan toe: “Als de bewegingen van de yen een moeilijk te negeren impact hebben op de economie en de prijzen, kan dit een reden zijn om het beleid aan te passen”, aldus verklaringen vertaald door Reuters.

Hij merkte op dat de zwakke yen op dit moment geen significante impact heeft op de kerninflatie, maar merkte op dat “de prijzen als geheel voorbijschieten”, meldde Reuters. Ueda merkte ook op dat er volgens de vertaling een risico bestaat dat Japan een nieuwe ronde van inflatie te zien krijgt als gevolg van stijgende kosten.

Kosteninflatie verwijst naar prijsstijgingen als gevolg van stijgingen van de productiekosten, in tegenstelling tot vraaginflatie, die optreedt omdat de vraag groter is dan het aanbod.

“Bij het meten van de kerninflatie zullen we niet naar individuele gegevens kijken. We zullen kijken naar verschillende indicatoren en economische factoren achter prijsbewegingen, zoals de output gap en de inflatieverwachtingen”, aldus Ueda volgens de vertaling.

Daarnaast heeft de centrale bank ook haar vooruitzichten voor het tweede kwartaal voor de Japanse economie bekendgemaakt, waarmee ze haar voorspelling voor de inflatie in het begrotingsjaar 2024 heeft verhoogd.

De Bank of Japan verwacht nu dat de inflatie voor het begrotingsjaar 2024 tussen 2,5% en 3% zal liggen, een stijging van 2,2% naar 2,5% in haar prognose van januari.

De verwachting is dat de inflatie in de begrotingsjaren 2025 en 2026 zal vertragen tot “ongeveer 2%”, voegde de bank eraan toe.

De Bank of Japan verlaagde ook haar bbp-groeivoorspelling voor het begrotingsjaar 2024 naar een bandbreedte tussen 0,7% en 1%, een daling ten opzichte van de groeiprognose van januari tussen 1% en 1,2%.

In het licht van het vooruitzichtenrapport zei de Bank of Japan dat de voortgang van haar monetair beleid zal afhangen van toekomstige ontwikkelingen in de economische omstandigheden en prijzen. Maar ze zei dat gemakkelijke financiële omstandigheden ‘voorlopig’ zouden worden gehandhaafd.

De Bank of Japan erkent dat de onzekerheden rond deze economische en financiële ontwikkelingen in binnen- en buitenland groot blijven. Maar als haar voorspellingen uitkomen en de kerninflatie toeneemt, zei de centrale bank dat zij “de mate van monetaire versoepeling zou aanpassen.”