Inflatie in Nederland voor het eerst in 47 jaar boven de 10%

De inflatie in Nederland steeg vorige maand voor het eerst sinds 1975 boven de 10 procent, zo meldt het statistiekbureau van het land donderdag.

Energie- en huizenprijzen stuwen vooral de inflatie op, schrijft het CBS donderdag in een rapport.

De prijzen zijn in juli 2022 10,3% hoger dan het jaar ervoor. De inflatie bedroeg in juni 8,6%.

De energieprijzen in Nederland waren in juli 108% hoger dan in dezelfde maand in 2021, aldus het statistiekbureau. De woninghuren zijn in juli 2022 3% hoger dan vorig jaar.

De voedselprijzen stegen ook in Nederland – ze waren 12,3 procent duurder dan in dezelfde maand vorig jaar, aldus het bureau.

Ondertussen daalde de prijs van een liter benzine “van 2,35 euro in juni naar 2,21 euro in juli. De dieselprijs was in juli 2,07 euro tegen 2,14 euro in juni”, aldus het CBS.

Dit komt vooral door stijgende energieprijzen en stijgende inflatie in Europese landen.

De inflatie in het eurogebied bereikte in juli 2022 een recordhoogte van 8,9%, waarbij de energieprijzen jaar-op-jaar met meer dan 39% stegen.

Estland, Letland en Litouwen behoren tot de meest hyperinflatoire Europese landen omdat ze voor hun energie sterk afhankelijk zijn van buitenlandse import.

Volgens Eurostat hadden in totaal 10 staten die de eenheidsmunt gebruikten een inflatie met dubbele cijfers: België, Estland, Griekenland, Spanje, Cyprus, Letland, Litouwen, Nederland, Slovenië en Slowakije.