april 25, 2024

Soest Nu

Soest Nu is de toonaangevende aanbieder van kwalitatief Nederlands nieuws in het Engels voor een internationaal publiek.

BBP daalt sterk in eerste kwartaal |  snap

BBP daalt sterk in eerste kwartaal | snap

-0,7%

BBP-groeipercentage

1Q23 (QoQ)

Minder goederenexport, meer dienstenimport en vrachtwinden verdubbelen

Eerder concludeerden we dat een lichte krimp niet volledig kon worden uitgesloten, onze meest recente basisprognose op basis van de laatste maandgegevens. De economische update van mei was 0,4% kwartaal-op-kwartaal, nog steeds positief. Met een daling van het bbp met -0,7% in vergelijking met het voorgaande kwartaal was de productie somber. Het bbp is echter 1,9% hoger dan in het eerste kwartaal van 2022.

De Nederlandse exportprestaties waren zwak, met een krimp van -1,8% en een negatieve bijdrage aan de bbp-groei van -0,5%. Dit laatste is vooral een gevolg van diensten. De uitvoer van diensten groeide met 0,9%, terwijl de invoer van diensten met maar liefst 4,5% toenam, wat een grote negatieve bijdrage leverde aan de bbp-groei. In lijn met de wereldwijde ontwikkelingen kromp de uitvoer van goederen met -2,7%. Er was ook handel in wereldgoederen Zwak in januari en februari 2023 dan in het vierde kwartaal van 2022. Aangezien de invoer van goederen daalde in lijn met de goede uitvoer, bedroeg de nettobijdrage van de handel in goederen aan de bbp-groei bijna 0%.

Een aanzienlijk deel van de bedrijven in de detailhandel en productie wordt volgens de laatste stap nog steeds als “zeer groot” beschouwd. Studies door de Europese Commissie, werden de voorraden opnieuw aanzienlijk verminderd. De krimp van het bbp met -1,1% was bijna twee keer zo groot als in het vierde kwartaal van 2022, meer dan verwacht. Dit droeg in belangrijke mate -0,5%-punt bij aan de negatieve bbp-groei. Zoals verwacht stegen de totale investeringen met 1,1% in vergelijking met het vierde kwartaal, waarbij investeringen exclusief voorraadvorming goed presteerden. De investeringsuitbreiding was vooral sterk in transportmiddelen (6,5%), huisvesting (3,7%) en infrastructuur (3,6%). Er was ook groei in immateriële activa (0,9%) zoals software & databases en R&D. Er werd minder geïnvesteerd in ICT-apparatuur (-6,2%), utiliteitsbouw (-1,0%) en machines en overige bedrijfsmiddelen (-0,6%).

De gezinsconsumptie stagneerde met een groei van slechts 0,05%, ondersteund door aanhoudende werkgelegenheidsgroei en snelle inkomensgroei, maar afgeremd door hoge inflatie. Het was iets zwakker dan voorspeld. Nederlandse consumenten kochten meer in het buitenland, terwijl consumenten die in het buitenland woonden ook meer in Nederland kochten. De overheidsconsumptie nam toe met 0,5%. De groei bleef beperkt tot de particuliere overheidsconsumptie, waaronder de consumptie van gezondheidszorg en onderwijs.

Krimp in dienstensectoren en energie-intensieve industrieën

Onder de Nederlandse industrieën krompen entertainment en cultuur (-4,5%), ICT (-1,9%) en vooral mijnbouw en steengroeven (dwz olie en gas, -28,5%) sterk in termen van toegevoegde waarde. De productie kromp ook met -1,1% QoQ, gecorrigeerd voor hogere energiekosten. De inkrimping van de industriële productie is het meest uitgesproken in schoenen en lederwaren, bouwmaterialen, dranken en meubelen. Fabrikanten van machines, chemicaliën (behalve farmaceutica), textiel, basismetalen, papier en drukkerijen produceren minder.

Ook in handel, transport en horeca (-1,1%), waterbedrijven (-0,8%), zakelijke dienstverlening (-0,7%), financiële sector (-0,5%) en semipublieke dienstverlening daalde de waardetoevoeging. (-0,2%). De sector handel, transport en horeca omvat de detailhandelsverkopen, waar het verkoopvolume met 0,5% op kwartaalbasis toenam, maar onlangs in maart kromp tot -1% op maandbasis. Bouw (2,4% groei op kwartaalbasis), energievoorziening (1,6%), landbouw en visserij (1,0%) en onroerend goed (1,0%) groeiden.

Lage voorgroei

Het bruto binnenlands product voor het eerste kwartaal van dit jaar was aanzienlijk lager dan onze prognoses en zou kunnen leiden tot een aanzienlijke neerwaartse bijstelling van onze prognose voor de jaarlijkse groei in 2023. Aangezien de voorraadaanpassing weinig effect heeft op het totale bbp, verwachten we dat de groei in de volgende kwartalen weer aantrekt. Desalniettemin handhaven we onze visie dat de groei in 2023 positief zal zijn, maar in een lager tempo, aangezien hogere financieringskosten zwaar wegen op investeringen en vastgoedgerelateerde uitgaven.

De groei van de Nederlandse vrachthandel zal naar verwachting weer groeien in lijn met A Naarmate de omvang van de wereldwijde problemen met de toeleveringsketen normaliseert, herstelt de wereldwijde goederenhandel zich, neemt het bullwhip-effect van het voorraadafbouwproces af en valt de heropening van China na Covid samen met gunstiger handelsontwikkelingen. We zullen echter een matige exportgroei zien, aangezien de vraag vanuit de eurozone in een zwakker tempo groeit en de VS in een recessie terechtkomt.

Ondanks de versnellende loongroei groeit de consumptie van Nederlandse huishoudens in een trager tempo doordat de inflatie nog enige tijd hoog blijft en het momentum op de huizenmarkt verder afneemt. Het normaliseren van de spaarquote van huishoudens en het verbeteren van het consumentenvertrouwen vormen echter opwaartse risico’s voor de prognoses.

Overheidsconsumptie wordt waarschijnlijk een van de belangrijkste aanjagers van groei in 2023, met zeer hoge bestedingsambities in het regeerakkoord. De onlangs voorgestelde bezuinigingsmaatregelen (in de voorjaarsbegroting, vanwege hoger dan verwachte rente-uitgaven) hebben deze verwachting niet veranderd. Al met al lijkt een bescheiden maar positieve groei van het Nederlandse bbp dit jaar een zeer plausibel scenario.